Landschapspijn

Eerst moest ik aan Freddy denken door een onsmakelijke tekening in Aimee de Jongh’s prachtige graphic novel The Lord of the Flies: een paginagrote afbeelding van maden die uit de oogkassen van een schedel kropen. Angstaanjagend en ja, helemaal Freddy.

Freddy is de naam van de egel die ik een paar jaar terug in het bos aantrof. Hij was ziek en verzwakt. Ik wilde hem redden. Even later zat ik, bij gebrek aan een regionale egelopvang, met een berg wattenstaafjes en een droge tandenborstel de duizenden maden te verwijderen die uit zijn aangetaste gezichtje kropen. Een kostbaar bezoek aan de dierenarts leek hem even te helpen, maar na lang gepruttel in een doos op ons aanrecht, vertrok Freddy toch naar de egelhemel.

Machteloos

Telkens als ik iets met maden zie, dan zie ik Freddy. Dan voel ik me weer machteloos, ook omdat ik me door die hele reddingsactie realiseerde dat ingrijpen iets vaak verergert. Zeker als het om de natuur gaat. Ik vermoed dat ik het lijden van Freddy onnodig heb verlengd.

Freddy was ook in mijn gedachten toen ik luisterde naar De weg van de Dodo, een geweldige podcast van Jennifer Petterson die allerlei natuurbeschermers volgt die proberen om een diersoort van de ondergang te behoeden. Zelden voelde ik zoveel plaatsvervangende woede bij het nieuws dat er een berm was gemaaid. Dat was dé berm waar vlinderfanaat Irma tegen de klippen op al jarenlang een kolonie donkere pimpernelblauwtjes probeerde te reanimeren!

Landschapspijn

Er zit een prachtig woord in die podcast, ‘landschapspijn’, iets dat je voelt als je naar de natuur om je heen kijkt en ziet hoe die achteruit holt en verloren gaat. Een landschap waarin de maden de ondergaande zon vanuit elke hoek weghappen.

Maar moeten we die pijn dan accepteren? Moet je je schouders ophalen? Bewust nietsdoen? Zonder hoop komen we er sowieso niet. Misschien moeten we de natuurbeschermers steunen die wél weten wat ze doen. Dat is dan nog een madenvrije strohalm om ons met beiden handen aan vast te klampen.

zonsondergang