Harry

Telkens als ik bij een van die welbekende Amerikaanse koffieketens aan de toonbank verscheen om een shaken oatmilk hazelnut espresso te bestellen, gewoon omdat dat op het bord stond, speelde zich het volgende tafereel af:

’Name?’

‘Ivo’

‘Sorry?’

‘Ivo’

‘Ewo?’

‘Ivo’

‘Evil?’

‘Ivo… Think evolution, without the -lution.’

‘Your name is Evolution?’

‘…Harry, it’s Harry.’

‘Ah Harry!’

Het had elke naam kunnen zijn, maar omdat ‘Harry’ er in the heat of the moment uitkwam, doe ik me sindsdien in koffietenten voor als een afgeleide van de man van Megan. Het heeft me inmiddels uren aan ongemakkelijke gesprekjes gescheeld. Het enige is dat ik goed moet opletten en daadwerkelijk reageer als de bestelling voor ‘Harry’ wordt omgeroepen.

Cowboy Makhmut

Zo bestelde ik een koffietent die adverteerde met een gratis avondje cowboypoezie, een gewone espresso bij een man in volledige cowboy outfit en een grijze baard. Hij deed alle opties uit de doeken, een blend uit Peru of toch liever Colombia? ‘Verras me maar,’ zei ik. Hij pakte een grote stift en ik ging er alweer voor klaar staan. ‘My name is Makhmut, nice to meet you’ zei hij. ‘Sorry?’ zei ik. ’Makhmut…, and yours?’ In mijn hoofd probeerde ik het te spellen. ‘Your name sir,’ zei hij geïrriteerd. ‘Harry,’ zei ik. ‘Harry?’ ‘Yes, Harry, dubble ‘r’, extra hair.’

Hij wilde weten waar ik vandaan kwam. Hij kon iets in mijn accent horen, maar het niet plaatsen. ‘Nou Makhmut, ik kom uit Nederland.’ Hij vond dat mijn naam dan wel erg Engels klonk. Tja, wat zou Harrie Jekkers daarop antwoorden? Ik zei dat mijn ouders veel hadden gereisd en ik nam me voor om op een later tijdstip eens een uitgebreidere levensloop voor Harry te bedenken.

Zat

Makhmut’s witte cowboyhoed ging goedkeurend op en neer. ‘Makhmut klinkt niet heel Amerikaans,’ opperde ik. ‘Hebben jouw ouders ook veel gereisd?’ Het was een lang verhaal, zei hij. Hij was het zat om dat te vertellen. ‘Misschien moet je voortaan gewoon zeggen dat je ‘Joe’ of ‘John’ heet,’ zei ik. ‘Kan jou het schelen.’

Makhmuts diepe denkrimpels vormden de Grand Canyon. ‘Maar dan zou ik liegen,’ zei hij. ‘Ja,’ zei ik. ‘Dat is ook weer zo. En dat is natuurlijk helemaal niet nodig.’