Schoen zetten
Het ziet er naar uit dat dit de laatste novemberdag is dat het kwik de twintig graden haalt. De kachel is nog altijd niet aangeweest, ik heb net een was buitengehangen en ik heb de zoveelste lange wandeling zonder jas aan gemaakt, terwijl ik voor de zekerheid al het licht maar weer in me op heb gezogen. Al zou het me niets verbazen als de weersverwachting morgen opnieuw is aangepast naar meer zomer.
Gisteren zei F. : ‘Over een dikke maand is het alweer Kerst?!’ Onvoorstelbaar. Van m’n moeder hoorde ik over het drama van de intocht van Sinterklaas, want die is ook alweer aangekomen. Huilende kinderen omdat diens boot was gezonken. Dat was traumatisch gebleken voor de kijkertjes van het Sinterklaasjournaal. Gelukkig had hij een nieuwe boot en was hij met het vliegtuig verder gegaan. Tuurlijk. Ouders desondanks boos want huilende kinderen kosten tijd.
Ik zag weer voor me hoe we op het schoolplein van de basisschool stonden in onze winterjas, terwijl de Sint op zijn paard aan kwam. Hoe hij er holderdebolder van afviel en z’n baard en mijter verloor. Alle ouders die stonden te kijken, hadden de slappe lach. Alle kinderen waren in shock. Hij was naar de kapper geweest, werd ons daarop verteld en die was uitgeschoten. Hij had een pruik opgezet zodat hij nog wel herkenbaar was. Logisch.
Nu heb ik zin in bergen kruidnoten. Al moet het daarvoor eerst toch echt guur, donker, nat en koud zijn. Wat ze immers zo lekker maakt, is de herinnering die erin verborgen ligt. Van vroegah, de kachel en samen. Schoenen op een rij, zingen, het niet kunnen slapen van de zenuwen en van het kunnen horen van paardenhoeven op het dak. Echt.
Ik ga vanavond mn schoen zetten en ik zal de Sint vragen om minder broeikasgas.
En als het niet te veel gevraagd is, ook een kilo chocoladekruidnoten. Van Bolletje. Hoor ik daar al iets?