Sla niet namens mij op mensen in

‘Ik zag hem voor mijn ogen sterven,’ zei een man tegen Le Monde. De Franse krant deed samen met o.a. El Pais en Der Spiegel onderzoek naar de dood van een grote groep migranten die in juni vanuit Marokko Melilla probeerden binnen te komen. Deze stad is Spaans grondgebied op het Afrikaanse continent en is met hoge hekken en tal van booby traps van Marokko gescheiden.

De video die Le Monde publiceerde is schokkend. Er wordt, zo blijkt opnieuw uit hun onderzoek, door Spaanse grenswachten met knuppels op de migranten ingeslagen. Ze worden als vee verzameld om met hun verwondingen meer dan drie uur in de volle zon te moeten verblijven. Veel overleven het niet. Hun lichamen verdwijnen in naamloze graven, zonder dat hun familie ooit van hun overlijden te horen krijgt.

De haven van Melilla waar alle boten vertrekken naar het Europese vasteland.
De berg op de achtergrond ligt in Marokko. Daar verblijven vluchtelingen in tentenkampen.

Voor het boek De vreemdeling in de tuin, ben ik in 2018 van Marokko langs diezelfde grenspost naar Melilla gegaan. Het is alweer vier jaar geleden, maar er speelde exact hetzelfde. Aan de Marokkaanse kant sprak ik mannen die keer op keer probeerden om het beloofde land binnen te dringen. De beste kans maakten ze door met een zo groot mogelijke groep op de hekken af te stormen. Een aantal van hen zouden sneuvelen, dat wisten ze, maar zo konden ze in ieder geval nog de weg vrijmaken voor de anderen. Er waren immers maar een beperkt aantal grenswachten die zich niet met iedereen tegelijk bezig konden houden.

Statistisch gezien klopt dat. Je zou bijna vergeten dat ieder individu in die menigte huis en haard heeft achtergelaten omdat de thuissituatie zo uitzichtloos was geworden dat ze zich genoodzaakt voelden om actie te ondernemen. Ze maakten een gevaarlijke reis door de woestijn, met een gebrek aan alles, een overdaad aan onbetrouwbare, uitbuitende smokkelaars en alle risico’s van de illegaliteit tot ze uiteindelijk voor de poort naar het westen uitkwamen. Na zo’n afgrijselijke reis, maak je niet zomaar rechtsomkeert.

Ik probeerde me voor te stellen hoe dat zou zijn: dat je je liever in prikkeldraad werpt omdat er een klein kansje bestaat dat je daarmee een ander, misschien wel beter leven op kunt bouwen. Dat je op die hekken afstormt en het risico van de pijn, de verwondingen, de knuppel-slagen van grenswachten en de dood accepteert. Ik werd er misselijk van. Ik denk dat ik dat lef niet op zou kunnen brengen, dat ik werkelijk doodsbang zou zijn en het misschien alleen zou wagen als ik inderdaad tot het uiterste gedreven was. Al is je voorstellen wat dat uiterste is, misschien nog wel het allermoeilijkst.

Bij het passeren van de grensovergang mag je geen foto’s maken,
dus dit kiekje schoot ik op een andere plek. 

Wat opvalt is dat de migranten die de hekken bestormen allemaal zwart zijn. Door hun huidskleur valt een andere optie om illegaal Europa binnen te komen weg. Hamza’s vlucht naar Europa, die ik voor De vreemdeling in de tuin reconstrueerde, verliep namelijk anders. Hij is van Marokkaanse afkomst, heeft een andere huidskleur en viel daarmee minder op tussen het normale grensverkeer. Na meerdere pogingen, lukte het hem om met een Marokkaanse familie mee langs de grenshekken te glippen en zo Melilla binnen te dringen. Vergis je niet: ook dat was moeilijk, mensonterend en ook niet zonder risico. Bovendien is Melilla niet een eindpunt, maar een begin van nog meer risico’s. Hoe kom je van Melilla bijvoorbeeld naar het vaste land van Europa, dat aan de andere kant van de Middellandse Zee ligt?

De boot van Melilla naar het Spaanse vasteland

De video van Le Monde houdt me al dit hele weekend bezig. Spanje heeft in een reactie gezegd dat het geweld dat is gebruikt, proportioneel was omdat de migranten gewelddadig tegen de douane zouden zijn geweest. Daarnaast wees Spanje naar Marokko. En Marokko reageerde niet op vragen van de krant. Morgen ligt de vis er weer in en maken we ons weer over iets anders druk.

Maar die grenswachten bewaken de Europese buitengrens. Ze handelen dus namens Europa, namens het beloofde land, het beschaafde westen, namens óns. We houden daarmee allemaal die knuppel vast, als hij neerkomt op de benen, de armen en de hoofden van de mensen die de hoop koesteren op een leven dat over meer gaat dan lijden.

Het moeilijke is dat ik weet dat het zien van die beelden en het lezen van dit stuk machteloos maakt en daardoor misschien wel boosheid oproept. Hopelijk bereikt die woede en verontwaardiging degenen die er iets aan kunnen doen.

Als het aan mij ligt wordt er niet meer namens mij ingeslagen op mensen die gedreven worden door een eind aan de uitzichtloosheid. Dat ís niet proportioneel, maar misdadig.