Levend kunstwerk

Ooit galmden de stemmen van de Cisterciënzer monniken door de Abbaye de Chateliers, die dateert uit de twaalfde eeuw maar al sinds de zeventiende eeuw een ruïne is.

Je ziet ze voor je, in rustige tred door de kloostergangen, terwijl hun pijen om hun voeten wiegen. Ze snuffelen aan de lavendel in de tuin en prevelen gebeden voor de bekering van de ketterse protestanten die zich in La Rochelle ophouden, dat ze door de kerkramen op het vasteland kunnen zien liggen. Daar waar je alleen met een bootje kunt komen als de wind goed staat.

Inmiddels lopen wij er rond, toeristen met camera’s, die op hun telefoon opzoeken hoe je ‘Cisterciënzer’ schrijft en wat een Cisterciënzer dan eigenlijk gelooft (Wikipedia kwam er ook niet helemaal uit).

Inmiddels klinkt er alleen nog het zacht ruisen van de zee en het klapwieken van duivenvleugels in hoe de vergankelijkheid deze abdij heeft achtergelaten. In zijn huidige vorm is het een levend kunstwerk geworden, een ode aan de lucht die in de omlijsting van de ramen voorbij trekt. Zo verbluffend mooi dat je er haast gelovig van zou worden.