Dingen die je hoort als de zon ondergaat

Strand nabij Hellevoetsluis

‘Hey kijk, een paard!’
‘Zo, hallo, moet je dat zien!’
‘Het was de pokebowl. Mijn spijsverteringsstelsel werkt als een trein.’
‘Huh?’
‘Je had het toch over die berg paardenpoep waar we net langsliepen?’
‘Nee, over die mevrouw daar, die zo opzichtig d’r string uit d’r naad stond te plukken.’

Waterweg

‘Weet je hoe de koolmees klinkt?’
‘Nee.’
‘Weet je nog de Tjif Tjaf uit de Suske en Wiske? Je weet wel, die “tjiftjaf” doet?’
‘Ja… dussss zo klinkt de koolmees?’
‘Nee, de Tjif Tjaf…’
‘…’
‘Nou baal ik dat ik m’n vleermuizen-apparaat niet heb meegenomen, want dit is helemaal de tijd dat ze uitvliegen. Dan had ik even de piepjes kunnen opvangen, voor m’n Excell-sheet.’

Amsterdam Noord

‘Nog twee rondjes en dan zit ik op de 10.000 stappen en onder de muggenbulten.’

Een weiland in Midden Frankrijk

‘Vind jij de insecten hier groot?’
‘Hoezo?’
‘Nou ja, groter dan ergens anders.’
‘Nee, niet in het bijzonder geloof ik.’
‘Nou er was hier dus iemand en die vroeg zich af hoe we hier kunnen leven met al die angstaanjagend grote insecten.’
‘Pffff, wat een onzin.’
‘Ze was gebeten door een kever.’
‘O, misschien door een Vliegend Hert? De vrouwtjes schijnen hun kaken wel te kunnen gebruiken. Die zijn wel groot. Of was ze niet gewoon gestoken door een horenaar? Die zijn reusachtig, vooral als je ze voor het eerst ziet. En heb je verteld van die Nachtpauwoog die we in het gras hebben gevonden? Ik dacht dat het een vleermuis was, maar het was een mot zo groot als mijn vuist.’
‘Ze vond de slakken al eng.’
‘O, die wijngaardslakken zijn ook niet bepaald klein. Hmmm, misschien heeft ze toch een punt…’