Elastiek

Weimaraners staan erom bekend erg gehecht aan hun baasje(s) te zijn en daardoor moeilijk alleen gelaten te kunnen worden. Dat laatste is een nadeel, al proberen we dat wat op te rekken, maar die angst om alleen te zijn heeft ook een voordeel: het werkt als een onzichtbaar elastiek.

Als we uit wandelen gaan wil Mec nog wel eens op verkenning gaan, maar nooit zover dat het elastiek knapt. Hij komt altijd teruggerend om de opgerekte ruimte te minimaliseren en dat is een zegen: hij is nog nooit zoek geweest. Terwijl Fos, onze vorige hond (een golden retriever), nog nooit van het hele woord ‘elastiek’ had gehoord. Zodra ik hem de vrijheid gaf, holde hij het liefst naar het andere eind van de Maasvlakte of het Kralingse Bos alsof ik hem zonder eten en drinken gevangen had gehouden in de kelder en hij eindelijk van zijn gijzelnemer bevrijd was. Het resulteerde vaak in hard gillen en zoeken.

Maar met Mec is het dus anders. Ik heb inmiddels geleerd om het elastiek in te zetten. Ziet hij iemand in het bos waar hij kennis mee wil maken, heeft hij onthouden dat er een boerderij aankomt waar ze de compost in een emmertje naast de voordeur zetten? Dan roep ik hem, keer om en ren zo hard mogelijk van hem weg. Het ziet er vermoedelijk vreemd uit voor iemand die een grote hond op zich af ziet stormen en diens baasje die het op een lopen zet, maar het elastiek zorgt ervoor dat hij omkeert en in galop naar mij toekomt.

Dat gegeven is best eens goed om te vertalen naar andere situaties. Niet elk probleem los je op door er op af te stormen, soms is het beter om je om te draaien en weg te rennen, zo hard als je kunt.