Schaamtekaas

Het was acht uur ‘s ochtends en ik liep door mijn lievelingsbos. Zelden was ik er zo vroeg en dat had alles te maken met de hittegolf, want deze week was het 35 graden of warmer. Een fijne bijkomstigheid van dit tijdstip was dat ik het bos wéér met nieuwe ogen zag. Want zo vroeg, met deze hitte, viel het licht weer anders op de bladeren, hingen er geuren die ik anders niet zo sterk rook (denk aan een walm van iets verschroeids) en bracht het tunnelstelsel waaruit dit bos bestaat, hemels verkoelende schaduw.

Dansjes

Überhaupt ben ik hier graag, omdat ik er zelden iemand tegenkom en ik me dus totaal onbespied waan. Dat heeft al geleid tot bevrijdend meezingen met waar ik ook naar luister tijdens het wandelen. Wellicht vliegen er vogels verschrikt op van mijn ‘I see a red door and I want to paint it black…’, maar dat heb ik dan toch niet door. Ik heb er zelfs al wat heerlijke dansjes aan gewaagd. Want waarom zou je niet met een sprongetje en een twist de brug over het beekje oversteken als de muziek daarom vraagt? Met deze temperaturen draag ik naast een korte broek alleen een hemd als ik door het bos boogiewoogie, heerlijk fris aan de schouders en armen.

Niet senang

Even later bevond ik me op de parkeerplaats bij de bakker en grabbelde mijn overhemd van de achterbank om dat wat onhandig aan te trekken voor ik uitstapte. F. had me vreemd aangekeken toen ik, voor ik uit wandelen ging, mijn overhemd in de auto legde en fronste toen ik zei dat ik me niet helemaal senang voelde om alleen in mijn hemd de bakker binnen te wandelen. Het leek me niet bepaald een pretje om croissants te kopen terwijl iemand achter me in de rij naar mijn ongeschoren doorzwete zomerse rughaar moest staren.

Gorilla

Maar voor mij stond een man die weinig van de schaamtekaas had gegeten. Ik had hem bijna verward met een gorilla en hij droeg slechts een schamel shirt. Ik was jaloers omdat hij geen bostunnels nodig had om zich vrij te voelen. Even was ik in de verleiding om ook mijn overhemd uit te trekken, maar in plaats daarvan bevroor ik. Een koelte waar ik in deze hitte niets aan had.

Voordat ik de bakker binnenging deed ik mijn overhemd aan. Een man die voor me in de rij stond had niet van de schaamtekaas gegeten.