Stormjam

Harde windstoten, slagregens, vallende potten. De tuin ziet er al de hele week gehavend uit: alle stoelen, tafels en de parasol zijn als een mikado-spel over elkaar gebuiteld. Geknakte zonnebloemen, gevallen takken, bladerloze rozen en ga zo maar door.

Al de hele week vraag ik me af of de storm verantwoordelijk is voor de lichte griep die ik voel, of het onophoudelijke geraas om het dak en in de schoorsteen zich als een mistige bal achter m’n ogen heeft genesteld.

Explosie

De wandelingen heb ik afgestemd op de buienradar. Hoe korter we gaan, hoe groter de explosie is die uit Mec zijn achterpoten komt. Als een racepaard schiet hij de weg af om net zo hard rechtsomkeert te gaan als we toch door een onaangekondigde bui overvallen worden. Terwijl Mec terug naar huis holt en vast naar binnen gaat (hij heeft zich aangeleerd hoe hij de deur met een achteloze sprong en een klap van zijn voorpoten open kan maken) sta ik nog wat futloos onder een boom te schuilen. Ondanks dat alles om mij heen het tegendeel bewijst, blijf ik vasthouden aan de buienradar: dit was niet voorspeld, dus deze bui hoort te beseffen dat hij valsspeelt en moet stoppen.

Maar dat doet hij niet en dus druipen de druppels door de bladeren heen mijn vest in, om dat koude, rillerige griepgevoel nog eens even extra aan te zetten. Toch maar achter Mec aan en de warme douche in om dit euvel uit te wissen.

Warme douche

Nu de donkergrijze zware walviswolken eindelijk over lijken te waaien, proberen we ook de tuin een warme douche te geven: takken rapen, stoelen terug op hun plek zetten en de kippen troosten. De zonnebloemen staan inmiddels binnen in een vaas, en de oogst aan afgewaaide tomaten en komkommers uit de moestuin is zo overweldigend dat we onszelf een dieet van ratatouille met sla hebben opgelegd.

En dan zijn er nog de pruimen die met kilo’s uit de bomen zijn neergedaald. Twee avonden snijden heeft geresulteerd in 18 potten jam en een berg fruitleer (een nieuwe toevoeging aan het assortiment waar F. mee is begonnen). Zo zie je maar: wie storm tegenkomt, kan maar beter jam maken.